Hans C. ten Berge is dichter, prozaschrijver en essayist. Hij debuteerde in 1964 met de bundel Poolsneeuw. Richtte in 1967 het tijdschrift Raster op. Doceerde aan de Hogeschool voor de Kunsten te Arnhem en was gastdocent aan de universiteiten van Texas (Austin), Londen en Groningen. In 1974 was hij verbonden aan het Volkenkundig Museum in Ottawa en verbleef hij in het hoge noorden van Canada. De roman Het geheim van een opgewekt humeur werd bekroond met de Multatuliprijs, het gehele oeuvre met de Huygens- en de P.C. Hooftprijs. In 2003 ontving hij de A. Roland Holst-penning voor poëzie. Zijn gedichten tot 1993 werden verzameld in Materia Prima. Recente titels: Op een mat van gele veren, poëzievertalingen 1968-2003 (2005), Hollandse Sermoenen (poëzie, 2008), Voorbeeldige vertellingen en hun versluierde betekenis (45 mythen en hun achtergronden, 2009). De stok van Schopenhauer, een documentaire roman, verscheen in 2012. Cantus Firmus, gedichten 1993-2013, verscheen in april 2014. In 2016 zag de bundel Splendor het licht. Zijn nieuwste werk 'In tongen spreken' verscheen in 2020.
(Foto: Robin de Puy)