Chaja Polak (1941) is schrijver en beeldend kunstenaar. Haar leven werd in hoge mate bepaald door de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Haar moeder overleefde Auschwitz, haar vader overleefde de kampen niet. Ze doorliep de Rietveld Academie en debuteerde in de literatuur in 1989 met Zomaar een Vrijdagmiddag, waarover NRC Handelsblad schreef: ‘De verhalen van Chaja Polak worden getypeerd door een buitengewoon gevoelige analyse van stemmingen en een uiterst summiere, eenvoudige stijl die toch altijd beeldend is.’ Daarna volgden de verhalenbundel De tijd van het zwijgen (1990) en de romans De krijtcirkel (1992), Stenen halzen (1994) – door Elsbeth Etty gekarakteriseerd als een ‘literair meesterwerkje… aangrijpend en bijzonder mooi geschreven’ – Tweede vader (1996), Zomersonate (novelle, 1997), Verloren vrouw (1999) en Over de grens (2002), dat op de shortlist van de Libris Literatuurprijs stond. Vervolgens schreef Polak de verhalenbundel Liefdesmeer (2003), de roman Salka (2004), de dichtbundel Verslag van een onaanvaarde dood (2007), de novelle Wachten op de schemering (2007) en De verlegen minnaars (2011). In 2015 verscheen de zeer lovend onthaalde roman Twintig minuten. Zin schreef erover: ‘Polak is een waar stilist. Zelden raakte een boek zo dicht de kern van een immens, levenslang verdriet’, en Mensje van Keulen noemde het ‘Een klein groots boek. Het hield mij vast en liet niet los. Een juweel.’ Een aantal van de boeken van Chaja Polak werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs en werd vertaald in het Engels, Duits, Deens, Italiaans en Hongaars.
(Foto: Tessa Posthuma de Boer)