'We hebben altijd in het kasteel gewoond' is de bekendste roman van Shirley Jackson (1916-1965). Dat kasteel is het familiehuis van de Blackwoods, waar Merricat Blackwood woont met haar enige zus Constance en haar oom Julian. Niet lang daarvoor waren er zeven Blackwoods, totdat er op een vreselijke nacht een dodelijke dosis arsenicum in de suikerpot belandde. Constance werd verdacht van de moord omdat zij geen suiker at maar ze is vrijgesproken, en sindsdien laat de buitenwereld de Blackwoods niet meer met rust. Als hun neef Charles arriveert wordt de situatie nog dreigender. Merricat is echter de enige die het gevaar inziet dat de komst van Charles met zich meebrengt, en ze moet snel handelen om haar overgebleven familieleden uit zijn greep te houden.
'We hebben altijd in het kasteel gewoond' bevat een nawoord van Niña Weijers.