De verteller, een Amerikaan die aan de universiteit van Sofia lesgeeft, ontmoet Mitko, een jonge prostitué, voor het eerst in de openbare toiletten van Sofia's Nationale Cultuurpaleis. De jongen heeft een onweerstaanbaar zinnelijke uitstraling en de daaropvolgende ontmoetingen worden frequenter, de gevoelens van de verteller voor Mitko intenser, en ook al beseft hij dat er een gevaarlijke kant zit aan deze afspraakjes, zich eraan onttrekken kan hij niet. Tot een dag de verhoudingen op scherp komen te staan.
Wanneer hij hoort dat zijn vader stervende is wordt hij overvallen door herinneringen aan een moeilijke jeugd en de traumatische verwijdering van zijn vader, en hij besluit er niet heen te gaan. Twee jaar later, hij heeft inmiddels een meer conventionele relatie, verschijnt Mitko weer ten tonele, en diens aanwezigheid werkt als een vloek, en als een roesmiddel.