De Tweede Wereldoorlog is nog steeds ons belangrijkste historische referentiepunt – en binnen die oorlog is dat de vervolging van en de massamoord op de Joden. Het is daarom op zijn minst verbazingwekkend dat er sinds de drie grote geschiedschrijvingen over dit onderwerp (van Abel Herzberg, Jacques Presser en Lou de Jong, verschenen in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw) geen groot werk meer over de Jodenvervolging is gepubliceerd, terwijl intussen veel belangrijk onderzoek is verricht. Alleen daarom al is het van het grootste
belang dat er nu een nieuw, alomvattend boek verschijnt. Veel valse hoop van de Duitse historicus Katja Happe vertelt de geschiedenis van de Jodenvervolging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Happe doet dat niet alleen vanuit Nederlands oogpunt, maar plaatst die geschiedenis in internationaal perspectief. Ze besteedt aandacht aan specifieke maatregelen van de nazitop in Berlijn voor Nederland, behandelt uitvoerig de berichtgeving van
Otto Bene, de vertegenwoordiger van het Duitse naziregime in Nederland, aan zijn regering en beschrijft de op Nederland gerichte acties van internationale Joodse hulporganisaties. Katja Happes overzichtswerk zal de komende tientallen jaren het standaardwerk over de vervolging van de Nederlandse