In ‘Twintig minuten’ van Chaja Polak staat hoofdpersoon Bronia, decennia nadat ze het kamp heeft overleefd, op het punt haar man en dochter te vertellen wat haar daar is overkomen. Iets wat ze nooit onder woorden heeft kunnen brengen. Bronia stelt het moment tot het uiterste uit, en in de uren daaraan voorafgaand herbeleeft ze wat haar leven heeft bepaald en zal blijven bepalen.
De woorden, merkte ik na terugkeer uit Auschwitz, hadden voor mij een andere betekenis gekregen. Tussen dezelfde woorden, die van Louis en die van mij, strekte zich een onoverbrugbare leegte uit.