Een jonge man laat Amsterdam achter zich en duikt in het Tokio van 1975. Tussen kabuki en neonlichten ontdekt hij niet alleen een stad, maar ook zichzelf.
‘Tokio mon amour’ van Ian Buruma is het portret van de schrijver als jonge man en van Tokio, de stad die hem mede vormde. Toen Buruma in 1975 aankwam in Tokio, wist hij niet wat hem te wachten stond. Hij was in Amsterdam en Parijs gefascineerd geraakt door Japanse films en theater en dus reisde hij naar de bron. Die wilde hij zelf ervaren. En Tokio wás ook overweldigend. Een stad die zich na de oorlog aan het heruitvinden was, maar waar het verleden wel zichtbaar bleef. Hier begon voor Buruma een levenslange liefde.
In ‘Tokio mon amour’ schetst Ian Buruma met zijn bekende scherpe blik de spanning tussen oost en west, de sfeer van Tokio in de jaren zeventig en de positie van de gaijin, de blanke buitenlander in Japan: bevoorrecht, vrij, soms verguisd, maar altijd marginaal. Het is een bijzonder verhaal over de wens om grenzen te overschrijden: culturele, kunstzinnige en seksuele.