Bánffy schildert in ‘Te licht bevonden’ een schitterend portret van een wereld die zich niet bewust is van zijn eigen nakende ondergang. Tweede deek van Miklós Bánffys Transsylvaanse triologie.
Graaf Miklós Bánffy kende de wereld van de Hongaarse adel van vóór de Eerste Wereldoorlog van binnenuit – de politiek en partijen, het protocol en de etiquette, de diplomatie en liefdesaffaires. Deze wereld vormde de inspiratie voor zijn ‘Transsylvaanse trilogie’.
‘Te licht bevonden’ gaat over de verlichte en sociaal gevoelige graaf Bálint Abády (deels geënt op Miklós Bánffy zelf), heer van een landgoed in Transsylvanië, die verliefd is op de onbereikbare Adrienne Milóth, die op haar beurt gevangenzit in een ongelukkig huwelijk. Abády’s eveneens adellijke neef László lijkt zijn ondergang tegemoet te gaan in zijn drank- en gokverslaving.
We schrijven het begin van de twintigste eeuw; ondertussen klinkt elders in Europa de oorlogstrom steeds harder. Bánffy schildert in ‘Te licht bevonden’ een schitterend portret van een wereld die zich niet bewust is van zijn eigen nakende ondergang.