Aan de vooravond van zijn grootmoeders tachtigste verjaardag reist Frederik, vaderloze telg uit een ooit befaamd Twents textielfabrikantengeslacht, terug naar het huis van zijn moeder, om op de honden en het zilver te passen. Vijf lange dagen brengt hij door met brieven schrijven, telefoneren, drinken en dagdromen.
Maar rust vindt hij niet. 'Tachtig' is een roman over de dwingende kracht van familie en het leven tussen twee werelden: het anonieme Rotterdam, waar Frederik een losgeslagen bestaan leidt, versus het feodale Twente, waar de bemoeizucht van zijn familie en de herinneringen aan zijn verdwenen vader zwaar op hem drukken.