Aafke Steenhuis, die vrijwel haar hele leven op dijken heeft gewoond, schrijft over oude slaperdijken in de Groningse Ommelanden. Ze vertelt over de monniken die de dijken bouwden en praat met mensen die er nu wonen. Boeren en landarbeiders, cafébazen, vissers, sluiswachters, schilders, borgvrouwen en dichters, en brengt een van de oudste en mooiste landschappen van Europa in beeld.
Een dijk is een grens, een overgang tussen water en land, zout en zoet, buiten en binnen, dreiging en veiligheid, hemel en aarde.
Een dijk is een lichaam waarop je ligt te dromen. Op een dijk ben je groot en klein tegelijk, aan alle kanten overzie je het landschap, maar je bent ook een stipje onder de wijde hemel.