In ‘Sonja’s zoon’ van Emuna Elon ziet Joël Blum tijdens een bezoek aan het Joods Historisch Museum in Amsterdam toevallig op archiefbeelden van de Tweede Wereldoorlog zijn moeder – met een blond jongetje op de arm. Eindeloos vaak bekijkt hij de beelden en één ding staat vast: dat jongetje is hij niet. Die ontdekking brengt zijn leven aan het schuiven en Joël móét terug naar Amsterdam om zijn identiteit, het raadsel van het verdwenen jongetje, en het verleden van zijn moeder te vinden. Joëls rusteloze zoektocht brengt hem heel dicht bij zijn moeders leven tijdens de oorlog en het dramatische moment dat ze op het perron, terwijl de trein naar Palestina al bijna rijdt, op het allerlaatste moment een andere baby in haar armen gedrukt krijgt. Elon slaagt er uitstekend in Joëls toenemende beklemming op de lezer over te brengen naarmate hij meer te weten komt over het leven van zijn moeder als ‘gewone’ joodse Hollandse vrouw die langzaam maar zeker wordt geweerd uit het openbare leven, waar ze haar hele leven deel van uitmaakte.