Wat weten we echt over onszelf? En wat weten anderen over ons? In dertien hoofdstukken ontleedt Eva Menasse de biografie van een vrouw. Aan het begin van de Quasikristallen is Xane Molin veertien jaar oud en beleeft ze een dramatische zomer; aan het eind is ze oma en probeert ze nog één keer het roer om te gooien voor de jaren die haar nog resten. Vanuit de perspectieven van verschillende mensen die haar kennen – onder anderen een jeugdvriendin, een huisbaas, de echtgenoot, de minnaar – toont Menasse Xane als moeder en dochter, als vriendin, als huurster en als patiënte, als vage kennis en ontrouwe echtgenote. Een gedurfd vrouwenportret waarin als terloops de vragen naar waarneming en waarheid worden gesteld.