Beroemde begraafplaatsen, de slacht van het kerstvarken, van hun voetstuk gestoten standbeelden, bronwater en pruimenjenever, gecastreerde koetsiers en natuurlijk Nicolae Ceausescu. In ongeveer zestig zeer gevarieerde hoofdstukken beschrijft Jan Willem Bos zijn liefdevolle relatie tot Roemenië en wat zijn inwoners voor hem hebben betekend voor, tijdens en na de Revolutie van 1989. Daarnaast staat hij stil bij aspecten van de boeiende en rijke Roemeense cultuur en geschiedenis, die altijd een vast bestanddeel van zijn Roemenië zijn geweest. Ook komen allerlei gebruiken, gewoontes en eigenaardigheden van de Roemenen aan de orde waarmee hij bijna veertig jaar in aanraking is gekomen.
Al ruim vijfendertig jaarstaat een groot deel van het leven van Jan Willem Bos in het teken van Roemenië, nog steeds een van de minder bekende lidstaten van de Europese Unie. Hij werkt als beëdigd tolk-vertaler Nederlands-Roemeens, vertaalt Roemeense literatuur en publiceert regelmatig artikelen en boeken over het land. In de periode van de communistische dictatuur woonde hij enkele jaren in Boekarest, eerst als student en later als docent Nederlands aan de universiteit. Van Bos verschenen eerder de bundel Moderne Roemeense verhalen (samenstelling en vertaling) en Verdacht.