Met de publicatie van Mijn beter ik in 1991 veroorzaakte Renate Rubinstein zelfs na haar dood nog een schandaal. Ze deed verslag van de geheime liefde die ze tien jaar had gedeeld met Simon Carmiggelt, ‘ de meest getrouwde man van Nederland’, en bleek daar een taboe mee aan te roeren. Het boek werd besproken als een toonbeeld van haar, zelfs postume, geldingsdrang, de koningin van de column regeerde ‘over het graf’. Maar was dat werkelijk wat Rubinstein dreef? Deze nieuwe uitgave van Mijn beter ik maakt de weg vrij voor een lezing die meer recht doet aan haar inzet. In een briljant essay, aan de hand van nooit eerder openbaar gemaakte dagboekfragmenten, laat Hans Goedkoop zien hoe Rubinstein bij het schrijven van het boek geleid werd door hoogst tegenstrijdige gevoelens, van vertedering voor haar laatste grote liefde tot onstelpbaar schuldgevoel. En op de achtergrond door spoken uit het verleden, spoken van een andere man.