Mauk is oud en ziek en ligt in een bed bij het raam. Hij leeft in zijn herinneringen: hij was een kind dat de kleur van de achtergrond aannam, totdat zijn moeder tot bloedens toe wordt verwond. Het is te veel om te bevatten. Op dat moment overmeestert Henri, de grote moedige broer die hij altijd wenste, zijn gedachten.
Henri beschermt hem, niet tegen het geweld van een dreigende buitenwereld, maar tegen dat van zijn tirannieke vader. Als Mauk op twaalfjarige leeftijd geconfronteerd wordt met een tragedie is Henri de enige die hem kan helpen.
Mauk is het verhaal van een getraumatiseerd kind dat zich niet kan weren tegen de demonen van zijn vader, maar er door zijn vervormde verbeelding toch in slaagt zich staande te houden.