Vanzelfsprekend bouwen ze geen kastelen meer. Die liggen verdeeld op zolder, naast de ridders, Zorro en het vee. Voor later. Nu komen en gaan ze. Nu laten ze grotere gaten achter. Nu weet ik soms niet hoeveel borden ik op onze tafel moet zetten ’s ochtends. Soms zijn het er twee, soms blijkbaar zeven.
Als je een gezin krijgt, verandert alles, zo liet Bernard Dewulf zien in Kleine dagen, het even succesvolle als fijnzinnige boek waarin hij beschreef wat het vaderschap betekent. Nu, in Late dagen, zijn de kinderen ouder en kiezen ze een eigen invulling van de dagen en de nachten. En dan maakt verwondering steeds vaker plaats voor de opvoeding. Soms is de vader toeschouwer en soms ligt hij wakker. Soms is het zomer, altijd weer wordt het herfst. Melancholie kleurt deze Late dagen.
Bernard Dewulf telt zijn eigen dagen in een boek dat van het ‘dagdagelijkse’ iets
unieks maakt. Met zijn poëtische en schilderachtige pen geeft hij kleur aan dingen
die we allemaal kunnen zien, als we goed kijken.