Maarten Asscher definieert ‘geluk’ in zijn essaybundel ‘Kort geluk’ als volgt: ‘Een kortstondige ervaring van innige compleetheid’, deze ervaringen stonden aan de basis van zijn uiteenlopende verzameling essays. ‘Kort geluk’ daagt de lezer uit even de werkelijkheid een kwartslag te draaien, een salto te maken, de schrijver te volgen in zijn fascinatie voor een wonderlijke gebeurtenis, een idee, een gedachtegang – puur om het plezier. Zo schetst Asscher bijvoorbeeld het volgende beeld: stel dat je van de ene op de andere dag alles kwijt zou zijn en je je op straat als dak- en werkloze zou moeten zien te handhaven, zou dat je lukken? En vraagt hij zich in een essay af of iemand die uit een half verwoeste supermarkt voor zijn gezin een paar flessen schoon drinkwater meeneemt een plunderaar is. En wat is eigenlijk de beroemdste politieke toespraak uit de Nederlandse geschiedenis van de afgelopen eeuw? Die is er simpelweg niet, en de interessante vraag is waarom niet.