Hoe de meest bijzondere kosmologische fenomenen, zoals zwarte gaten of botsende sterrenstelsels, gesimuleerd kunnen worden aan de hand van supercomputers.
Simulaties en de zoektocht naar de broncode van de kosmos Kosmologie is een lastige wetenschap. Niemand kan immers zijn eigen sterren, planeten of sterrenstelsels maken om zijn theorieën te testen. Maar de afgelopen decennia is er een nieuw soort natuurkunde ontstaan om de kloof tussen theorie en experiment te dichten. Door gebruik te maken van de kracht van moderne supercomputers, hebben kosmologen simulaties gebouwd die nieuwe inzichten bieden in de diepe geschiedenis van ons universum, waardoor eeuwenoude ideeën voor het eerst kunnen worden getest.
In Het universum in een doos legt kosmoloog Andrew Pontzen uit hoe wetenschappers de meest bijzondere fenomenen van het universum modelleren, van zwarte gaten en botsende sterrenstelsels tot donkere materie en kwantumverstrengeling – en zo een nieuw licht kunnen werpen op onze realiteit.