In 1641 schilderde Rembrandt Het meisje en De geleerde, twee schitterende beeltenissen, respectievelijk van een jong meisje en een oude man. Ze sierden de wanden van grachtenpanden en paleizen en behoorden tot de geliefde schilderijen van de laatste Poolse koning. In de 18de eeuw kwamen ze in handen van de Poolse adellijke familie Lanckoronska.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog raakten ze op drift. Iedereen dacht dat ze in het ongekende geweld verloren waren gegaan. En dan gebeurt er een wonder: vijf jaar na de val van de Muur schenkt de Poolse gravin Karolina Lanckoronska een grote collectie kunstwerken aan het Koninklijk Paleis in Warschau, waaronder de twee meesterlijke schilderijen van Rembrandt.
Gerdien Verschoor schetst in de voor haar zo kenmerkende expressieve stijl het verbijsterende en fascinerende verhaal van de omzwervingen van de twee schilderijen en vervlecht dat met het levensverhaal van de gravin.