De nachtelijke roep van de bosuil, de ijselijke kreet van een kerkuil, de priemende blik van een steenuil. We hebben iets met uilen. Ze staan voor wijsheid, zoals het steenuiltje van de godin Pallas Athena, of trouw, zoals Hedwig, de sneeuwuil van Harry Potter, maar ze zijn ook onheilsbodes, aankondigers van de dood, spookachtige wezens van de nacht. Meer dan andere vogels zijn uilen geladen met symboliek en intrigeren ze ons met hun mysterieuze voorkomen. Hoe versiert een velduil een vrouwtje? Met welk slim trucje vangt een steenuil kevers? John Lewis-Stempel prikt in Het geheime leven van de uil allerlei mythes door en ontleedt de verhalen over uilen in volksvertellingen, gedichten en literatuur. Maar wat dit boek bovenal onweerstaanbaar maakt is hoe Lewis-Stempel in prachtig proza over de vogels zélf schrijft; hoe ze echt zijn, hun voorkomen, hun schoonheid en hun
verbintenis met de wereld van de mens.