Grootvader Piepestok gaat over schoolmeesters en -juffen, over mensen Cordula Rooijendijk die de fundamenten van de samenleving bouwen. Het gaat over Joris van Lanckvelt, die de maatschappij humanistisch wilde maken en zijn leerlingen toneelstukken liet opvoeren voor de stad. Dirck Adriaenszoon Valcoogh leerde zijn kinderen lezen en zingen. Theo Thijssen was gelukkig met zijn klassikale school, terwijl Jan Ligthart juist slootjes liet graven rondom zijn school.Maria Montessori wilde een eind maken aan de ongelijkheid in de wereld. En frater Caesarius bedacht zijn leesmethode opdat Nederland later katholieker zou zijn.
Dit boek beschrijft de fascinerende geschiedenis van de lagere school in Nederland, maar besteedt ook aandacht aan het heden en de toekomst. Eeuwenlang werd het onderwijs vormgegeven op basis van de maatschappij die men voor ogen had. Maar welk toekomstbeeld streven we nu eigenlijk na?
Cordula Rooijendijk promoveerde in 2005 tot doctor in de stadsgeografie en werkt sindsdien als zelfstandig onderzoeker en schrijver, én als leerkracht op een Amsterdamse basisschool. In 2007 verscheen van haar Alles moest nog worden uitgevonden. Een geschiedenis van de computer in Nederland en in 2009 Waterwolven. Een geschiedenis van stormvloeden, dijkenbouwers en droogmakers, waarvoor zij het Lintje van de Boekverkoper ontving.