‘Hilarisch, provocerend verslag van [een] Palestinareis.’ **** – Maarten Moll in Het Parool
Parool‘Thomése haalt de angel uit de problematiek door op verbaasde, ironische toon te schrijven. Juist de schrijfstijl van Thomése maakt dit boek (…) zo goed te lezen. Door de ook wat naïeve benadering (…) is het een bij vlagen erg grappig boek geworden.’ – Stentor
‘Op een subtiele en geestige manier maakt [Thomése] duidelijk dat ‘geloven’ altijd iets is dat op de loer ligt, in ieder geval bij diegenen bij wie in de vroege jeugd een zaadje is geplant.’ – Marja Pruis, De Groene Amsterdammer
De Groene Amsterdammer‘[Thomése] is de atheïst, die tracht te laveren tussen twee partijen die (vanuit zijn perspectief) allebei uit fundamentalistische mafketels bestaan. Aan het einde van het dag is het zijn zaak niet, lijkt hij te denken. **** – De Standaard
De Standaard‘Aanvankelijk krijg je de indruk mee te reizen op werkweek met een zittenblijvertje uit havo-4. Thomése maakt flauwe grappen ten koste van anderen, waar je soms toch om moet lachen. Pas wanneer de allerlaatste grap gemaakt is, dringt het tot je door dat Thoméses cynisme het spijtige middel moet zijn om z’n verbijstering over de situatie te ondervangen.’ – de Volkskrant
De Volkskrant‘Het is een reisverslag, geen fictie, maar het verslag is zo persoonlijk dat het aanvoelt alsof je alles door de ogen van een literair personage ziet. Er is hier geen journalist aan het woord, maar een schrijver. (…) Thomése is, zoals het een schrijver betaamt, in de eerste plaats gericht op het verhaal. (…) Hij beschrijft zijn indrukken op een jaloersmakend soepele toon. Veel spreektaal, hier en daar een bijna lyrische alinea. (…) In bijna elke zin klinkt de typische droogkomische toon door, de toon die we kennen uit J. Kessels: The Novel of de eerdere reisverhalen in de bundel Greatest Hits. – HP De Tijd