In ‘Geroezemoes in het gras’ laat Dave Goulson zien hoe prachtig de natuur in al haar verschijningsvormen is, maar ook hoe kwetsbaar. Hij verlangt ernaar een stuk grond te bezitten dat hij naar believen kan beheren, alsof het zijn eigen natuurreservaat is. Zijn oog valt op een vervallen huis in het Franse dorp Épenède, in de Charente.
Hij richt het zo in dat het een paradijs wordt voor alle insecten en kleine dieren die in en om het huis leven. In ‘Geroezemoes in het gras’ leidt hij ons daar rond. Op hartverwarmende wijze vertelt Goulson hoe een doodskloppertje zijn partner vindt, wat de rol van een gewone huisvlieg is, waarom vlinders stippen op hun vleugels hebben en hoe waterjuffers de liefde bedrijven.