Terwijl de buitenwereld een lastige puber ziet, verdwijnt hij steeds dieper in digitale werelden. Een onthutsend eerlijk verhaal over de macht van games over een jong brein.
In het boek ‘Gameboy’ vertelt Michiel Smit het persoonlijke verhaal van zijn gameverslaving. Vanaf het moment dat Smit als vijfjarige een gameboy krijgt, is hij verloren. Wat begint als een potje gamen op de achterbank verandert sluipenderwijs in nachtelijke sessies in de computerkamer. De tweedimensionale spelwerkelijkheden leggen steeds meer beslag op zijn geest. Zelfs wanneer hij met vriendjes buiten speelt of zich op school staande probeert te houden, wordt hij gedreven door de binaire realiteit van computergames. Winnen-verliezen, leven-dood.
Ondertussen functioneert hij toch nog zo goed dat niemand herkent wat er met hem gebeurt. Terwijl zijn gedachten duisterder worden en menselijk contact hem steeds moeilijker afgaat, lijkt er van buiten niet veel meer aan de hand dan dat hij een lastige puber is. Het omslagpunt komt wanneer hij als student college krijgt over het verslaafde brein. Opeens begrijpt hij waarom zijn leven steeds maar vastloopt in dezelfde patronen, en ook dat het niet te laat is er iets aan te doen.