In een ode aan de zeventiende-eeuwse schilderkunst toont Laura Cumming ons de betekenis van kunst in ons hedendaagse leven.
Winnaar The Writers’ Prize 2024!
Delft, 12 oktober 1654; Carel Fabritius is aan het werk in zijn atelier als de binnenstad wordt opgeschrikt door een explosie, gevolgd door een donderslag zo hard dat hij honderd kilometer verderop nog te horen is. Fabritius is een van de honderden die deze explosie in een buskruithandel niet overleeft. Zijn tijdgenoot en rivaal Johannes Vermeer ontsnapt ternauwernood aan de dood.
In Donderslag vertelt Laura Cumming dit in nevelen gehulde verhaal, dat ze behendig verweeft met haar kennis van de zeventiende-eeuwse schilderkunst en bespiegelingen over de betekenis van kunst in ons leven. Ze reist door Nederland op zoek naar de plekken die niet alleen de schilders, maar ook haar eigen vader, de Schotse kunstenaar James Cumming, inspireerden.
Donderslag gaat over de impact die een schilderij kan hebben en over de onzekerheid van het menselijk leven, dat in een oogwenk voorbij kan zijn.
De beschouwingen over de schilderijen zijn de beste delen van Donderslag. […] Kunstkritiek is voor alles de kunst van het beschrijven en Cumming beheerst die kunst als geen ander. Haar karakteriseringen doorstaan standaard de typeringstest: ze gaan deel uitmaken van je eigen kijkervaring. Je kunt ze niet meer níét zien.'
De Volkskrant‘een liefdesverklaring aan de kunst zelf’
De Groene Amsterdammer‘een knap geschreven boek (…) Moeiteloos laat Cumming de lezer van het heden naar de 17de eeuw springen (…) het is een boek dat de lezer meeneemt en aanzet om zelf te gaan kijken naar kunst en de wereld daar omheen.’
Trouw'"Het schilderij leeft. Zijn schepper leeft voort," schrijft Cumming als besluit, en dat is ook dankzij haar zeer lezenswaardige boek.'
Het Parool