In 1864 moet pachtboer Nicolas Abraham aanzien hoe dwars door zijn geliefde duingebied het Noordzeekanaal gegraven wordt. De graverij leidt tot een dramatische verandering in zijn bestaan.
In 1864 moet pachtboer Nicolas Abraham aanzien hoe dwars door zijn geliefde Breesaap, een Noord-Hollands duingebied, het Noordzeekanaal gegraven wordt. Uit heel Nederland trekken duizenden doodarme polderwerkers naar de duinen bij Velsen. Het helse graafwerk en de keiharde belangen van de Amsterdamse Kanaalmaatschappij roepen de razernij op van het werkvolk, dat in mensonterende omstandigheden moet werken. Voor Nicolas en Julia Abraham en hun dochter Lena leidt de graverij tot een dramatische verandering in hun bestaan.
De woede van Abraham, het eerste deel van Conny Braams trilogie over de familie Abraham, is een meeslepende roman over liefde, uitbuiting en verzet tegen de achtergrond van een vergeten episode in de vaderlandse geschiedenis.'