Het is 1977, in Nederland is de dienstplicht van kracht. Jongens van achttien of negentien hebben van de ene dag op de andere een nieuw bestaan: dat van militair. Eenzaamheid, heimwee, ontreddering zijn hun lot. Ook voor de verteller, een gesjeesde student pedagogiek, begint een nieuw leven. Hij wordt radiotelefonist van een peloton en krijgt de bijnaam Stekker.
Op de NAVO-basis in Duitsland waar hij terechtkomt bouwt hij als gevolg van zijn functie een vertrouwensband op met de soldaten, al blijft hij een observerende buitenstaander. Ook met de dienstplichtige officier, die hij herkent van de keuring, voert hij vertrouwelijke gesprekken en Stekker komt de achtergrond te weten van de bizarre manier waarop de officier het commando voert. Kan de jonge, naïeve officier zijn nieuwe positie wel aan? Drie jaar later, in een hippiehotel bij de Amsterdamse Zeedijk waar Stekker inmiddels werkt, treffen ze elkaar weer. Het zijn de hoogtijdagen van de heroïne.
Met groot inlevingsvermogen en gevoel voor humor schetst Snijder het bestaan van de dienstplichtige militair, zijn ontheemding, zijn verlangen naar familie en geliefden, zijn kwetsbaarheid. En de solidariteit en broederschap die daar het gevolg van zijn.