Na de watersnoodramp van 1953 was het duidelijk dat Zeeland onvoldoende beschermd was tegen de zee. Het Deltaplan moest ervoor zorgen dat een dergelijke ramp nooit meer kon gebeuren. Er werd voortvarend gewerkt en in 1978 zou een van de belangrijkste zeearmen, de Oosterschelde, volledig worden afgedamd. Dat veranderde, op het nippertje, de dichte dam werd een spectaculaire stormvloedkering. De Oosterschelde bleef open. De natuur was gered. Niet dankzij Rijkswaterstaat. Niet dankzij politici of bestuurders. Niet dankzij de officiële milieubeweging.
In 'De slag om de Oosterschelde' vertelt Paul de Schipper het verhaal van gewone volhardende mensen die vonden dat de Oosterschelde geen brakke zoetwaterpoel mocht worden. Van de vooravond van de grote storm in februari 1953 tot de opening van de stormvloedkering in 1986 volgt de Schipper een groep jongeren die in verzet kwam en zich gesteund zag door oudere Zeeuwen. Alle betrokkenen vertellen hun verhaal, onder wie oud-politici, bestuurders, en hun voormalige tegenstanders. Niet alleen de sociale geschiedenis achter de stormvloedkering wordt minutieus in beeld gebracht, maar ook wordt een uniek stuk Nederlandse geschiedenis verteld waarin de zorg voor het milieu voor het eerst overwon.