Een monologie van de meest opvallende en geliefde vogels van ons land en daarnaast is hij een krachtig symbool voor de veerkracht van de natuur.
Met zijn klepperende roep, zijn zwart-witte verenkleed en felrode snavel en poten is de ooievaar een van de opvallendste vogels van ons weidelandschap. Als symbool is hij ook zeer populair: als brenger van kindergeluk, heraut van het voorjaar en al sinds de Middeleeuwen als mascotte van de stad Den Haag. Extra wrang dat er in de lente van 1983 geen enkele wilde ooievaar meer in Nederland broedde – een intensief herintroductieprogramma keerde het tij. Voor deze monografie putte Kester Freriks uit ooievaarsliteratuur door de eeuwen heen. Hij volgde de geliefde vogel in Hongarije, de Elzas, Portugal en Spanje en zag hem bij Gibraltar wegzeilen over de Middellandse Zee naar Afrika. Sinds hij een huisje in Friesland heeft, met broedende paartjes op het erf, aanschouwt hij het fascinerende ooievaarsleven van dichtbij.