De verhalen van vijf vroegtijdig gestorven zwarte mannen in het Zuiden van de VS laten zien hoe institutioneel racisme echt doorwerkt op de zwarte gemeenschap.
In ‘De mannen die we oogstten’ schetst de gelauwerde Afro-Amerikaanse schrijfster Jesmyn Ward vijf liefdevolle portretten van de dierbare mannen die zij binnen vier jaar kwijtraakte. Ze gingen ten onder aan drugsverslaving, geweld, ongelukken, zelfmoord, kortom: aan de wrede werkelijkheid die jonge Zwarte mannen in het Zuiden van de Verenigde Staten al te vaak ten dele valt. Telkens weer vroeg Ward zich af: waarom? Om haar verlies te verwerken begon ze erover te schrijven. Dit hielp haar een verschrikkelijke waarheid onder ogen te zien: haar jeugdvrienden en broer waren domweg ten prooi gevallen aan hun afkomst. Nog voordat de term ‘institutioneel racisme’ gangbaar was, wees Ward de geschiedenis, armoede, kansloosheid en gebroken familieverbanden aan die inherent zijn aan het leven van de Zwarte bevolking in Amerika.
‘De mannen die we oogstten’ is door ‘New York Magazine’ uitgeroepen tot een van de beste boeken van de 21e eeuw, en door ‘The New York Times’ tot een van de vijftig beste memoirs.