‘De lotgevallen van Ferdinand Huyck’ door Jacob van Lennep verscheen in 1840 en geldt als een van de grootste klassiekers van de Nederlandse literatuur. Na zijn grand tour in Italië keert de jonge jurist Ferdinand Huyck terug naar Nederland, waar hij verwikkeld raakt in allerlei situaties en intrigerende personen ontmoet. Zoals de bevallige Henriëtte Blaek, op wie Ferdinand verliefd wordt, en haar lastige oom Jacobus, die wil dat zij met een ander trouwt. De voortvluchtige redder-in-nood Bos, die Ferdinand op zijn beurt zal proberen te helpen, en diens mooie dochter Amelia – op wie Henriëtte jaloers wordt.