In 'De grote boekenroof' vertelt Anders Rydell het onbekende verhaal van een grootschalige plundercampagne van bibliotheken en privécollecties door de nazi's om zo de literatuur in te kunnen zetten als wapen in de vernietigingsmachinerie. Tegenstanders werden zo niet alleen van hun vrijheid beroofd maar ook van hun literatuur, hun verhalen, hun emotionele en intellectuele geschiedenis. Rydell volgt het spoor van de boekenplunderaars door Europa. Hij struint door bibliotheken en archieven, van Berlijn tot Vilnius, en reist naar Den Haag en Amsterdam. 'De grote boekenroof' vertelt het verhaal van een van de meest angstaanjagende nazi-ambities op het gebied van kunst, cultuur en onderwijs