In ‘Arend’ vertelt Stefan Brijs het aangrijpende levensverhaal van een uitzonderlijke jongen die nergens thuis lijkt te horen. Een roman over de zoektocht van een kind naar zichzelf, naar begrip, naar liefde.
Arend had nooit geboren mogen worden. Al vanaf zijn eerste levensdag kent hij geen vreugde, geen geluk en geen thuis. Hij is daarenboven te groot, te zwaar, te lelijk en vooral te veel. Zijn moeder geeft hem meer slaag dan liefde. De enige uitlaatklep waarover de jongen beschikt is zijn gehuil, dat hij dan ook tot een kunst verheft.
Eenmaal uitgegroeid tot een te dikke kleuter komt Arend in aanraking met de buitenwereld. Op straat wordt hij nagestaard, op school wordt hij gepest en uitgelachen. Hij wantrouwt iedereen en is voortdurend in zichzelf gekeerd. Het liefst wil hij vleugels hebben zodat hij kan vliegen als de vogels, boven iedereen uit. Een droom waarvoor hij alles zal doen opdat hij werkelijkheid wordt.